RKD Netherland Institute for art History
De brieven en kattebelletjes uit de periode 1914-1957 geven voor het eerst meer inzicht in het reilen en zeilen van de vooruitstrevende kunstenaarsvereniging. Omdat er geen jury was waren de zittende leden onder meer verantwoordelijk voor het voordragen van nieuwe leden. Uit de vier tot nog toe onbekende brieven van Piet Mondriaan blijkt dat hij zijn vrienden Peter Alma, Albert Hulshoff Pol en Bart van der Leck aanbeveelt als lid. Ondanks de andere – minder radicaal abstracte – koers die zij varen. Het recent verworven archief vormt slechts een fractie van wat er aan correspondentie moet zijn geweest, maar is waarschijnlijk het enige bewaard gebleven archiefdeel van de Hollandsche Kunstenaarskring.
De Hollandsche Kunstenaarskring werd opgericht in de zomer van 1913, toen enkele leden van vereniging Sint Lucas zich losmaakten van de in hun ogen behoudende vereniging. Het betrof een nieuwe lichting kunstenaars, vanwege hun kleurgebruik ‘de blauwen’ genoemd, die zich afzette tegen de conservatief schilderende ‘bruinen’, die bestonden uit volgers van de Haagse School. Tot de ‘blauwen’ behoorden Leo Gestel, Kees Maks en Hendrik Jan Wolter. De door hen opgerichte Hollandsche Kunstenaarskring was een kleine vereniging met ongeveer twintig leden. De zorgvuldig geballoteerde kunstenaars, waaronder Piet Mondriaan, Jan Sluijters, Leo Gestel, Charley Toorop, Lodewijk Schelfhout en Valentijn Edgar van Uytvanck, exposeerden op vaak spraakmakende, jaarlijkse tentoonstellingen in het Stedelijk Museum te Amsterdam.
De brieven van Mondriaan zullen worden toegevoegd aan het door RKD en Huygens ING geleide Mondriaan Editieproject: de digitale, wetenschappelijke uitgave van de complete correspondentie en theoretische geschriften van Piet Mondriaan. Meer informatie op www.mondrianpapers.org.