Mainmenu

Negentiende-eeuwse Atelierpraktijk

Dupont, Pieter, 1903-07-08
Citaat
Archief
brievencollectie Jan Veth
Vorm
brief
Begindatum
1903-07-08
Einddatum
1903-07-08
Trefwoord persoon
Dupont, Pieter (kunstenaar)
Valk, Maurits van der (kunstenaar)
Veth, Jan (kunstenaar)
Allebé, August (kunstenaar)
Kool, Cato (kunstenaar)
Maris, Willem (Jbzn) (kunstenaar)
Wisselingh, Elbert Jan van (kunstenaar)
Swart, Saar de (kunstenaar)
Doré, Gustave (kunstenaar)
Willink, Johan (kunstenaar)
Helweg, Carel Hendrik (kunstenaar)
Veth, Jan (ontvanger/aangeschrevene)
Dupont, Pieter (auteur/correspondent)
Aantal pagina´s
2
Taal
Nederlands (taal)
Citaat
[1:1] 1 Snabilié zegt dat u als 20jge voor het eerst te Parijs kwam, om welke aandrift gingt ge toen en was uw indruk toen werkelijk al in de richting van wat ge later in destad zoudt zien? De aandrift was deze: de groote waarde die Prof: Allebé hechtte aan een korter of langer verblijf te Praijs (sedert 1889 volgde ik geregeld de naaktteekenklasse) 1e om de taal, 2e om de collecties schilderijen, 3e om het leven van een groote stad bij te wonen; en ik geloof dat deze mening van pr. A. zich aan elk leerling uitte. Prof:A. heeft het me herhaaldelijk aangeraden, ik denk omdat hij in mijn studie gegevens zag die me later in staat konden stellen te Parijs geld te verdienen, zooals u weet dacht Prof. A. veel na over de waarschijnlijke toekomst zijner leerlingen. Dit dan, prikkelde ons aller wensch om Parijs te zien. Morel en ik hadden dien zomer een voldoend reisgeld bij een gespaard en in Parijs woonde een vroeger leerling der Academie Le Nobel die ons zou helpen. Van Leeuwen en Willink die te zamen eenige weken in Antwerpen en Brussel verbleven, voegden zich in Brussel bij ons. Ons aller indruk was dat Parijs een te interessante plaats was om vluchtig te zien en dat een – mogelijk – lang verblijf uitstekend zou zijn; dit was dan ook zoo geschied met uitzondering van Morel en toch zou deze nu nog – in geval we hier blijven wonen – binnenkort voor een flinke tijd in Parijs willen komen wonen, zooals hij me vertelde. – ik zag al gauw in dat deze stad een harde stad is die de menschen maar al te gemakkelijk van de beenen gooit. Mij scheen het toe dat eene inleving in deze stad alleeen zijn nut kon hebben in volmaakt onafhankelijke staat en toegerust met behoorlijke bekwaamheden voor het te maken werk. in 1890 zag ik dus ook voor het eerst het Fransche werkpaard; mijn indruk is geweest in de [zieltuig[?] van wat ik later ook vond, als de naam zieltuig hier gebruikt kan worden. ik was een kind en in dien tijd toen door kunstenaars die ik bewonderde dikwijls 2 schilderijen per dag werden gemaakt – en onder die invloed verkeerde ik dus noodzakelijk – zag ik het afbeelden der dingen veel lichter en jongensachtiger in. Het scheen me toe dat het werkpaard een hooge rang inneemt dan het gemiddelde van den Parijzenaar-zelf en op die weg doordravende zag ik er iets vorstelijks in, wat ik nu nog vind. Maar deze gedachtengang heeft eerst door de naleving van het vluchtig-genie, een vorm aangenomen. Aan een serie van studies die elkaar aanvullen en die, onder gunstige omstandigheden zouden kunnen leiden tot een soliede en afgepast werk dacht ik toen stellig niet; en zelfs in de eerste drie maanden (in 1896) heb ik daarover niet nagedacht, ik deed niet anders dan groote vellen papier en zinken platen, vlak voor de beesten, op straat te studeren om te trachten uit een ‘klein zien’ van de dingen te komen en een factuur te vinden toepasbaar aan een puntig gereedschap, naald, potlood of krijt. Eerst daarna is het idee gekomen om een serie van studies te maken onder de naam ‘l’Attelagé’. Na eenmaal iets van het paard en wat er bij hoort te hebben begrepen w[ensch[?] ik verder te behandelen ossen, ‘l’homme-sandmiel’, groepen arbeiders en paarden op de stations, langs de kaden, groepen arbeiders bezig met het bouwen van machines, groepen mijnwerkers. In mijn kinderachtige opvatting van toen zag ik dit alles als een werk van een paar jaar. Latere en betere opvatting heeft dit alles gewijzigd en ook het punt van uitgang veranderd. – het zien der dingen als een groote verzameling gereedschappen voor een noodzakelijk te verrichten werk, elk naar zijn natuurlijke aanleg – [1:2] 2. Wil u me aangeven onder welke aandrang en met welke plannen u in 1896 weder naar Parijs ging? 1. de zucht om in alles absoluut-vrij te zijn, alles tegenover mezelf en mijn werk verantwoordelijk en tegenover niemand of niets anders. 2. Een mislukte poging om de ‘Rome-prijs’ te winnen in den zomer van 1895 (de fout lag geheel aan mijzelf en aan iets anders, want evenals nu, wist ik toen al goed dat wedstrijden, zelfs onder de meest gunstige omstandigheden geen nut hebben; een werk, niet ingeleefd, dus niet-gegroeid maar gefabriceerd, is al van te voren veroordeeld; mijn excuus is dat ik er een middel inzag om een paar jaar, vermoedelijk te Parijs te studeren) 3. mijn gedwongen terugkeer uit Londen in den zomer van 1894 waar ik onmogelijk van middel van bestaan kon vinden en niet langer dan 4 maanden kon blijven. 4. Het enthousiasme waarmee v.d. Valk gedurig sprak over zijn verblijf ik Frankrijk. zijn raad om zeer zeker een paar jaar in Parijs te gaan werken maar niet op ateliers. 5. het bezit door een gelukkige samenloop van 800 gulden in het voorjaar van 1896 (verkoop door hulp van mej. C. Kool en W. Maris jr.) waardoor ik geruimen tijd onafhankelijk van alles, in Parijs kon zijn, als een bemiddeld man; dus in de beste conditie om rustig te werken. 6. iets te weten te komen omtrent de opvatting van Fransche graveurs (dit was een teleurstelling) 7. Mijn steeds bestaand plan – sedert 1890 – om eenige jaren in Parijs te werken. Mijn plannen waren als volgt: in +/- 1 ½ jaar veel te studeren, geheel afgezonderd; en vervolgens iets van mijn studies aan v. Wisselingh te verkoopen en naar P. terug te keren (met v. Wisselingh stond ik sedert begin 1896 in relaties) Evenwel dit is niet gelukt. De Hr. v. W. die ik in het laatst van 1897 ontmoette in Amsterdam raadde me stellig af in Parijs door te gaan en wenschte van mijne 40 krijtteekeningen en 6 of 8 etsen niets te koopen. Daarna verkocht ik, ik geloof op Arti, iets en zoo bleef ik in Parijs tot einde 1898, vaak geholpen door mej. De Swart. In begin 1899 kreeg ik f 500, in 1900 f 1000 en in 1901 ook f 1000 Kon. Subsidie die definitief verviel op 1 Juni 1902. de datum waarop u me welwillend het contact met een uitgever wilde beloven. 3. Hadt gij voor 1887 al sterken lust in het Kunstenaar-zijn gevoeld? Zeer zeker. In het laatst van 1883/tot begin 1884 stonden mijne ouders me toe om aan de Quellinus-school te Amst. Te gaan leren. Maar de zaken voor mijn ouders gingen wanhopig slecht en zelfs dreigde gebrek. [doorgestreept: Door bemiddeling van den echtgenoot mijner oudste zuster, die ambtenaar was en nog is aan de Holl. IJz. Spoor Mij. kreeg ik een plaats als klerk tegen f 25,- per maand.] Een betrekking was dus noodzakelijk. Het was Mr. Mirandelle hoofd-ambtenaar en chef van mijn bureau die bemerkte dat ik voor de Rijks. Norm. School kon gaan. 4. Kundt gij u herinneren wat ge het eerst, toen gij nog een jongen waart, heel mooi heeft gevonden? 1. sommige etiquetten op sigarenkistjes (tot 1880 hadden mijn ouders een sigaren-winkel te Amsterdam) 2. de potloodteekeningen naar voorbeelden door mijn oudste broer en de wapens & letters die hij schilderde. Soms thuis en dan mocht ik mee helpen (hij was decoratieschilder) (tusschen ’77 en ’80. 3. Twee reproducties door Gustave Doré, thuis (voorst. ‘oorlog en vrede’) (omstr 1881) 4. een staal-gravure voorst: ‘inneming van Jeruzalem’, waarvan ik een beschadigde afdruk kreeg van de plaathandelaar Hertz in de Herenstraat, om te mogen nateekenen (1883) dit zijn de 4 dingen die ik me helder en als van gister herinner. Verder vind ik niets bijzonders. [2:3] 5 en 6. onder welke omstandigheden leerde u v.d. Valk kennen en in welk jaar? Wanneer begon u met etsen en hoe kwam het dat ge daar meer aan ging doen? Het was door bemiddeling en op aandringen van Johan Willink, destijds te Bussum wonende en die in de Warmoesstraat te Amsterdam een atelier had, waar ik geregeld kon werken (winter van 1894-1895) J.W. geloofd dat deze kennismaking van veel nut voor me zijn zou (wat ook al zoodanig is gebleken) Mijne inzichten omtrent etskunst (die me op de Academie niet aantrok zoodat ik die les niet volgde) verder door v.d. Valk radikaal veranderd. Als voor hem, bleek ook mij dat deze soort studie zeer geschikt is tot het bijbrengen van bouwstoffen voor het schilderij. In dien tijd begon een merkbare reactie na het impressionisme. V.d. Valk bracht me, al dezelfde week onzer kennismaking, op de hoogte van het etsen en het nut wat er aan verbonden is. 7. Was het werkelijk v.d. Valk die er u op wees dat wat gij zocht, met het b[urijn[?] beter dan door etsen bereikt kon worden? dit was inderdaad v.d. Valk. In het begin van 1899, op eene wandeling sprekende over de 4 laatste platen die ik mee had gebracht om zijn oordeel te vragen (nos 8,10,13 en 12 (afdr. Van Mej. de Swart) zei hij me woordelijk: ‘wanneer je deze wijze van etsen (uitgaande van de Krabbel direct-naar-de-natuur) nog verder door zou kunnen voeren, dan zou je kunnen meewerken tot het doen komen van een eigenlijk gezegde graveerkunst, als vroeger jaren’. Dit gezegde was van veel belang voor me want aan v.d. Valks meening hechtte ik zeer veel, en het etsen mijner platen bevredigde mij niet; toch wist ik geen middel om een plaat in zuivere staat te maken zonder onfrisch of zwak te worden. mijn werk willende maken van uit een gezond uitgangspunt, l’outillage, dacht voortdurend na over het logische verband der elementen van mijn eigen bedrijf, zonder nochtans een oplossing te vinden. Ik wist niets af van graveerkunst, alleen dat het een moeilijk werk moest zijn en niet meer geapprecieerd werd. 8. Wanneer begon u bij Helweg en zou u mij dat kortelijk willen mededelen? Meer om mijne nieuwsgierigheid te bevredigen, ging ik eenige dagen daarna naar Helweg waarmee ik sedert bijna 10 jaar bevriend was (we waren beiden leraar aan de Avondschool voor Kunstambachten van af 1890-1896, en vroeg hem wat eigenlijk gravreen was. Wijl deze vraag hem blijkbaar verwonderde, voegde ik erbij, te vermoeden dat de graveerkunst een mooier en zuiverder middel van uitdrukking was dan de etskunst, ja dat de laatste veel had van een degeneratie. Waarop H. me antwoordde: ‘mooier dan etsen? Dat hangt dan toch alleen maar van den man af hé? Laat ik je maar dadelijk zeggen dat je dat idee uit je hoofd moest zetten’; verder, op mijn vraag het me te willen onderrichten ‘weet goed wat je je op de hals haalt, een heel lang getob, en eindelijk als je het ijzer behoorlijk kunt hanteren, is het resultaat misschien minder dan meer. Weest blij dat jelui, schilders, de ets hebben, terwijl graveeren!… ‘Ik weet er van. Koper wat te hard of te zacht is. IJzers die je onder de hand breken, dan te veel, dan te weinig gehard en dan – je zult toch wel met me eens zijndat een ets er prettiger, aangenamer uitziet? Evenwel, wil je het proberen, ik ben a.s. Zondag desnoods den heelen dag tot je dienst en dan zullen we gaan graveeren!! (Helweg heeft me later, toen hij begreep dat ik geen grap bedoelde, gezegd, zeer juist te hebben gehandeld door mijn zin op te volgen.) wat me dadelijk de lust gaf, Zondags, om, wat het ook moest kosten, mijne platen later te gaan graveeren, was de ongeloofelijke eenvoudigheid van het gereedschap. Gewoon als ik was aan een heele inventaris van hulpmiddelen, verwachtte ik ditzelfde voor den graveur. Hoe! Dacht ik, dit onbeduidende stukje staal, in een kurk geprikt, dit is dan het enkele instrument, dat, goed bestuurd, bij machte is die puurheid en onbedriegelijkheid aan een voorstelling te geven en even sterk in het koper te griffen als het bijtend zuur! En het scheen me zeer duidelijk toe dat de ets met zijn omhaal en kunstjes in de plaats is getreden van de gravure, om tijd en inspanning uit te sparen – ten koste van de uitdrukking. 9. over het onderscheid tusschen de geëtste en gegraveerde lijn; tusschen de geëtste en gegrav. plaat} pogingen om langs verschillende wegen het goed recht van het graaf ijzer te verdedigen. […]
Trefwoord
kunstonderwijs; studiereis; etsen (drukprocedé); techniek, beheersen van de

Reacties

Geen reacties

Mijn selecties

Mijn selecties

Uw huidige selectie zal gewist worden. Wilt u doorgaan?