RKD Netherland Institute for art History
In de aflevering Haagse kunstenaars na de bevrijding van de RKD podcast Kroniek Kunstgeschiedenis vertelt Lynne over haar onderzoek naar de ontwikkelingen in de kunstwereld van Den Haag. Zij dook in de kunstenaarsarchieven die bij het RKD worden bewaard. Caspar Stalenhoef bevraagt Lynne over de situatie van kunstenaars in en na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de oorlog moest kunst vooral begrijpelijk zijn: stillevens en landschappen, het liefst realistisch weergegeven. Na de bevrijding sloeg dit heel snel om en ontstond er een nieuwe abstractie: vrije en ongereguleerde uitdrukking van persoonlijke gevoelens en fantasieën.
In de jaren na de bevrijding ontwikkelde de kunstwereld zich in een razend tempo. Aan de hand van collectiestukken van het RKD en het Kunstmuseum Den Haag deed Lynne van Rhijn onderzoek naar de uitwerking van de bevrijding op de experimentele kunst in Den Haag. Daaruit komt een beeld naar voren van hernieuwde energie en experimenteerdrang. Kunstenaars omarmden hun herwonnen vrijheden, zoals het loslaten van de herkenbare voorstelling. Kunstenaars als Willem Hussem, Wim Sinemus, Piet Ouborg en Jaap Nanninga kwamen hierbij ieder via eigen weg tot spontane abstractie, wat zelfs afgezet tegen internationale kunstontwikkelingen vernieuwend was. De samenhang tussen deze persoonlijke expressie en hun idealen is eerder wat onderbelicht gebleven.
De door Lynne van Rhijn en Geert-Jan Mellink geschreven publicatie Museum in de oorlog - Kunst in vrijheid verschijnt bij de gelijknamige tentoonstelling in het Kunstmuseum. Hier wordt een beeld geschetst van het museum in de Tweede Wereldoorlog en de vernieuwende kunst uit de jaren direct erna. Een selectie werken van onder andere Ouborg en Hussem geeft een mooie indruk van de interesse van deze kunstenaars in oorspronkelijkheid en het gebruik van tekens als een universele taal. Er zijn ook vier bruiklenen van het RKD te zien op de tentoonstelling, waaronder tekeningen van Jan Roëde en Lotti van der Gaag.