RKD Talk: Fred Carasso en de lange nasleep van het fascisme

Informatie

Datum en tijd
donderdag 7 november 2024
16:00 tot 17:00
Locatie
Auditorium RKD, Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag
Taal
Nederlands
Prijs
Regulier €10,00. Vrienden van het RKD en studenten €5,00. Gratis toegang voor donateurs.
De beeldhouwer Fred Carasso met een beeld, ca. 1956

Op 7 november houdt Matisse Huiskens een RKD Talk in het teken van beeldhouwer Fred Carasso. In 2023 promoveerde Huiskens op een proefschrift over deze kunstenaar en tijdens de RKD Talk zal hij aan de hand van niet eerder bestudeerd archiefmateriaal een nieuw beeld van Carasso schetsen. Voor en na de RKD Talk is er de gelegenheid om de tentoonstelling Herdenkingsmonumenten: Bevrijding in beeld te bekijken, waarin stukken uit het archief van Carasso te zien zijn.

De beeldhouwer Fred Carasso met een beeld, ca. 1956.jpg
1. Louise van der Veen, De beeldhouwer Fred Carasso met een beeld, ca. 1956, collectie RKD

‘Prima vakman’

Op 8 januari 1934 werd Federico Antonio Carasso (1899-1969) in Amsterdam verhoord op het bureau van de Vreemdelingenpolitie. Het verslag bevindt zich naast vele andere documenten in Carasso’s archief, dat wordt bewaard bij het RKD. Uit het verslag blijkt dat hij voorlopig in Nederland mocht verblijven, maar eigenlijk had hij als communist die zowel Frankrijk als België was uitgezet een bepaald ongewenst profiel. Toch kreeg hij het voordeel van de twijfel. De voorwaarde was dat deze ‘prima vakman’ zich niet meer met politiek zou inlaten, en zijn activiteiten voortaan tot beeldhouwen zou beperken. 

Carasso’s verblijf in Nederland bleek vruchtbaar. Zo kreeg hij twintig jaar later na een onstuimig verlopen competitie de opdracht voor De Boeg (1956). Het herdenkingsmonument is een aluminiumconstructie van 46 meter hoog in de Leuvehaven van Rotterdam, ter nagedachtenis aan gevallenen van de koopvaardij. Voor Carasso markeerde De Boeg niet alleen een monument of een hoogtepunt in zijn carrière, maar ook durfde hij zich kort na deze opdracht kritischer uit te laten in het openbaar. Terwijl hij zich eerder beperkte tot uitlatingen in kleinere kring, soms in het Italiaans, moest De verwoeste stad (1953) van Ossip Zadkine het in een artikel ontgelden. Waarom wilde Carasso juist nu dit monument van een eveneens uit het buitenland afkomstige beeldhouwer bekritiseren?

Carasso, Boeg Rotterdam
2. Anoniem, Fred Carasso in zijn atelier met een maquette en voorstudie van De Boeg, 1953, collectie RKD
3. Anoniem, Havengezicht van Rotterdam met De Boeg, 1956, collectie RKD

Een diepteboring

In deze RKD Talk zullen de ontwikkelingen in de aanloop naar dit artikel worden uitgelicht aan de hand van niet eerder bestudeerd materiaal uit het archief van Carasso. In de nasleep van zijn vertrek uit Italië, kort na de opkomst van het fascisme in 1922, kregen zijn nationaliteit en de praktijk van beeldhouwen in Nederland een andere lading. Dankzij een groot oeuvre en rijkdom aan documenten kan vervolgens een diepteboring plaatsvinden naar hoe deze weinig bekende maar zeer actieve kunstenaar probeerde vast te houden aan zijn politieke idealen. Hierdoor wordt een ander begrip van de Nederlandse naoorlogse context mogelijk, en wordt er gereflecteerd op de bewegingsruimte van geëmigreerde kunstenaars.

De RKD Talk sluit aan bij de tentoonstelling Herdenkingsmonumenten: Bevrijding in beeld, waarin materiaal uit archieven van beeldhouwers Fred Carasso, Mari Andriessen, Charlotte van Pallandt en Willem Reijers wordt getoond. 

Horizontale streep

Matisse Huiskens

Dr. Matisse Huiskens is onderzoeker, criticus en docent moderne en hedendaagse kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. In 2023 promoveerde hij op het proefschrift Beyond Being an Italian Sculptor. The Exile of Fred Carasso in the Low Countries after the Rise of Fascism, 1928-1958. Dit project leidde tot een joint doctorate aan de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Salerno, in Italië. 

De afgelopen jaren was hij als onderzoeksfellow verbonden aan het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome (KNIR) en het Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut (NIKI) in Florence. Zijn huidige onderzoek richt zich onder meer op de vraag hoe nieuwkomers uit verschillende delen van de wereld in Nederland, Ierland en Italië na de Eerste Wereldoorlog probeerden een carrière als kunstenaar op te bouwen.