Abraham Bredius in Kyiv
In 1897 bracht Abraham Bredius (1855-1946), directeur van het Mauritshuis, een bezoek aan de collectie van het verzamelaarsechtpaar Bohdan (1849-1917) en Varvara (1852-1922) Khanenko in Kyiv. Met geestdrift noteerde Bredius zijn bevindingen over hun schilderijenverzameling in zijn notitieboekje. Onlangs was Mariana Varchuk, onderzoeksconservator bij het Khanenko Museum, in Den Haag om Bredius’ notitieboekjes, die bij het RKD worden bewaard, met eigen ogen te bekijken.
Op ontdekkingstocht
Aan het einde van de negentiende eeuw behoorde Abraham Bredius tot een selecte groep van Rembrandtspecialisten. Zijn reis door Oost-Europa in 1897 was bedoeld als voorbereiding op de grote Rembrandt-tentoonstelling een jaar later ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina. Bredius hoopte tijdens zijn reis onbekende schilderijen van Rembrandt te ontdekken waarmee hij spectaculair kon uitpakken. Dat lukte, want in het kasteel van de Poolse graaf Tarnowski trof hij de zogeheten Poolse Ruiter. Het schilderij was hem getipt door de directeur van de Berlijnse Gemäldegalerie, Wilhelm Bode. Bode, zo schreef Bredius in zijn reisverslag in De Nederlandsche Spectator, wilde nu wel eens weten of het schilderij een echte Rembrandt betrof. Bredius had niet veel tijd nodig om tot een oordeel te komen: ‘Eén blik op ’t geheel, een onderzoek van enkele seconden naar de techniek waren maar noodig om mij in eens te overtuigen, dat hier in dit afgelegen oord sedert bijna 100 jaren een van Rembrandts grootste meesterstukken hing!’ De moeite die hij zich had getroost om het schilderij te zien te krijgen, werd ruimschoots beloond. In 1898 prijkte de Poolse Ruiter op de tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
De collectie Khanenko
In de collectie van jurist en suikerindustrieel Bohdan Khanenko en zijn echtgenote Varvara trof Bredius geen schilderijen van Rembrandt aan, maar wel twee werken die hij stilistisch aan Rembrandt verwant achtte: ‘Een portret van [Rembrandts] Vader [sic], met grooten turban op, […] zou al een heel goede copie moeten zijn’, zo berichtte hij in zijn reisverslag, en ‘een klein vrouwenkopje […] vol fijne uitdrukking’. Behalve deze twee schilderijen zag Bredius in de verzameling Khanenko nog veel meer interessante kunstwerken. Met het hart op de tong noteerde hij zijn eerste indrukken: ‘P.[ieter] Brueghel Junior, boerengezelschap op reis, goed en grappig, dikke man en vrouw op één (raar) paard. Fijne Jan Breughel. Prachtig bloemstukje voluit gem.[erkt] J. Breughel fecit’. En verderop: ‘mooie groote J[an] D[avidsz.] de Heem r.[echts] koffer met roode kreeft erop, zilv.[eren] schotel, kan, open meloen, enz. Kan ook [Pieter] de Ring zijn, heel goed’ en ‘Snoezige kleine B[arent] Gael ’t fraaiste, fijnste dat ik ooit van hem zag, wie had dat gedacht (Gem[erkt])’. Uiteindelijk wijdde Bredius een kleine veertig pagina’s aan de schilderijen van de Khanenko’s. In 1917 legateerde Bohdan Khanenko de collectie aan de stad Kyiv. Twee jaar later werd het Khanenko Museum opengesteld voor publiek.
Krachtenbundeling
Nu het Khanenko Museum vanwege de Russische invasie de collectie noodgedwongen heeft moeten wegbergen en een aanzienlijk deel van de gebruikelijke dagelijkse werkzaamheden voor de medewerkers is weggevallen, is het van grote betekenis om krachten te bundelen en nieuwe wegen in te slaan. Een hartverwarmend initiatief van de Hoogsteder Museum Foundation in Den Haag ging ons al voor: 31 schilderijen uit de Haagse School werden aan het Khanenko Museum in bruikleen gegeven voor de tentoonstelling The Hague-Kyiv. Paintings of the Late Nineteenth and Early Twentieth Centuries from the Collections of the Hoogsteder and Ponamarchuk Families. Ook het RKD zoekt graag de samenwerking, niet alleen om de Oekraïnse collega’s een hart onder de riem te steken, maar bovenal om het recht op een eigen culturele identiteit te onderschrijven. Langlopend onderzoek naar de geschiedenis van het museum en zijn oprichters door het team van het Khanenko Museum onder leiding van Olena Zhyvkova, conservator Europese schilderkunst, kan nu worden uitgebreid met het onlangs ontdekte materiaal. Het RKD was dan ook zeer verheugd over het bezoek van Mariana Varchuk, onderzoeksconservator bij het Khanenko Museum.