Archief Francina Schot
Onlangs heeft het RKD het archief van kunstenaar Francina Louise Schot (1816-1894) verworven. Schot was gespecialiseerd in het schilderen van natuur- en bloemstukken. Haar archief kwam samen met de atelierkast waarin het werd bewaard naar het RKD. Het bevat naast persoonlijke documentatie ook Schots schildermateriaal, een fluwelen tas en een groot aantal prachtige tekeningen, olieverfschetsen en aquarellen.
Succesvolle carrière
Francina Louise Schot is geboren en getogen in Rotterdam, de stad waar ze het overgrote deel van haar leven ook werkzaam was. Hoewel Schot niet uit een kunstenaarsfamilie kwam, leerde ze al op jonge leeftijd schilderen. Op haar negentiende exposeerde ze voor het eerst op de Rotterdamse tentoonstelling van Levende Meesters. Een succesvolle carrière volgde: in 1847 werd Schot op dertigjarige leeftijd erelid van de Amsterdamse Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten, in een tijd waarin vrouwelijke kunstenaars slechts mondjesmaat werden toegelaten. Uit de aanzienlijke aankoopprijzen van haar schilderijen – bedragen tot wel 400 gulden – blijkt dat Schot in haar eigen tijd al hooggewaardeerd werd.
Gedeelde liefde voor natuur
Schot staat vooral bekend om haar uitbundige bloemstillevens, waarbij de kleuren bijna van het doek afspatten. Om haar schilderijen van zoveel mogelijk details te voorzien, schetste ze vaak studies naar natuur. Veel van deze tekensessies vonden plaats in de rozentuin van de weduwnaar Pierre Henri Martin (1793-1882) in Kralingen (tegenwoordig een Rotterdamse wijk, toen een eigen gemeente). De twee deelden een grote liefde voor de natuur en trouwden in 1850. Martin was dompteur en eigenaar van een menagerie. Hij werd in 1857 de eerste directeur van de Rotterdamse dierentuin, nu bekend als Diergaarde Blijdorp. Schot bleef haar schilderijen exposeren en wist verschillende prestigieuze prijzen te winnen, bijvoorbeeld bij een tentoonstelling van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij van Tuinbouw in 1856.
Onbekend archief
Het archief van Francina Schot dook recent op in de nalatenschap van Tonnie van Dixhoorn-van Oosterhout. Zij was de weduwe van Frits van Dixhoorn, die tijdens het schrijven van een boek over Pierre Henri Martin in contact kwam met de kleindochters van het echtpaar Martin-Schot. Zij lieten het persoonlijke archief van Francina Schot aan hem na, met daarin ook documentatie van en over Martin. Tijdens het leven van het echtpaar Van Dixhoorn-van Oosterhout mocht de atelierkast – waarin het archiefmateriaal van Schot bewaard werd – niet geopend worden, waardoor het bestaan van het archief onbekend was bij hun nazaten. Na het overlijden van mevrouw Van Dixhoorn-van Oosterhout ontdekten haar kinderen de inhoud van de kast. Door gebruik te maken van de kwijtscheldingsregeling kon het archief in eigendom worden overgedragen aan de staat.
Kunstenaarsbestaan
De atelierkast bevat een schat aan zeer divers materiaal. Er kwamen schetsboekjes, schildermateriaal, tekeningen, voorstudies en aquarellen uit tevoorschijn, die een indruk geven van de werkwijze van Francina Schot, haar artistieke interesses en de hoge kwaliteit van haar werk. Daarnaast bestaat het archief uit persoonlijke documentatie zoals correspondentie, familiefoto’s, documenten van haar man Pierre Henri Martin en foto’s van Diergaarde Blijdorp. De variatie aan (archief)materiaal maakt het een erg rijk kunstenaarsarchief, dat een prachtig beeld geeft van het vrouwelijke kunstenaarsbestaan in de negentiende eeuw. Extra bijzonder is dat veel van de schetsen in het archief op de achterzijde vermelden wie de opdrachtgever of koper van het werk was, waardoor het archief van Francina Louise Schot ook inzicht geeft in haar clientèle.