Archief Willem Rip
Onlangs kreeg het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis een bescheiden archief over de Nederlandse landschapschilder Willem Cornelis Rip (1856-1922). Het is een divers samenraapsel afkomstig van zijn nazaten met tentoonstellingscatalogi, wat foto’s van werken, prijslijsten, enkele briefjes en de herinneringen van zijn dochter.
Reputatie in het buitenland
‘Dear Mr Wallis, […] you had some of my pictures and drawings in stock […]. I suppose that this stock will now be exhausted. Therefore I propose you to send you some of my best watercolours or pictures to select from and hope you can use some of them’, schreef Willem Rip aan de Britse kunsthandelaar Harry Wallis (1871-1949). Walllis had in 1910 zijn vader opgevolgd als bedrijfsleider van de bekende Londense kunsthandel The French Gallery en zij handelden al vanaf de negentiende eeuw in moderne Franse en ook Nederlandse kunst. Dat Willem Rip zo brutaal een nieuwe voorraad kunstwerken aanbood aan de Londens kunsthandelaar, zegt iets over de reputatie van de nu zo goed als vergeten kunstenaar. Rip exposeerde geregeld in het buitenland. Hij kende bijvoorbeeld successen op Wereldtentoonstellingen in Parijs (1889 en 1900), Saint Louis (1904) en Buenos Aires (1909). In het archief bevindt zich ook een catalogus uit 1903 van een omvangrijke solo-expositie in de Londense ‘The Holland Fine Art Gallery’, met daarin opgeborgen de voor hem vertaalde Engelse krantenrecensies.
Grauwe wolkenluchten
Willem Rip werd geboren in Rotterdam en kreeg daar zijn opleiding op de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen en van Robert van Eijsden. Met behulp van een Koninklijke Subsidie kon hij in 1879 in München gaan studeren bij de historieschilder Karl Piloty (1824-1886), wiens invloed verder nauwelijks een rol speelde in kunst van Rip. De daarop volgende reis door Beieren, Tirol en Italië wekten bij hem wel het plezier op om buiten studies te maken, maar zijn hart lag bij het Hollandse landschap met daarboven de grauwe wolkenluchten. Het beeld van Holland dat ook bij buitenlandse collectioneurs in trek was. Uit een briefje van Rip geschreven net na de Eerste Wereldoorlog aan de eerdergenoemde Harry Wallis blijkt die populariteit. De kunsthandelaar had veertien aquarellen en drie schilderijen bij hem besteld, maar beklaagde zich blijkbaar over de hoogte van het bedrag. Rip schreef hem: ‘U vindt mijn prijzen duurder dan vroeger, maar mijn werk wordt beter betaald […]. De Amerikanen beginnen ook weer te koopen en betalen steeds hooger[e] prijzen.’
Haagse School
Inmiddels was Willem Rip in Den Haag gaan wonen waar hij lid was van zowel de kunstenaarsvereniging Pulchri Studio als de Haagse Kunstkring. Hij behoorde tot de groep kunstenaars die geïnspireerd op het werk van de schilders van de Haagse School succesvol soortgelijke werken voor de internationale markt schilderden. Op een aantal eigentijdse foto’s van zijn schilderijen in het archief zie je de echo van zijn voorgangers als J.H. Weissenbruch, Jacob Maris en P.J.C. Gabriël terug. Die voorgangers waardeerden hem trouwens ook. ‘Mesdag en Jozef Israels bezochten hem vaak op zijn atelier. Zij interesseerden zich voor zijn werk’, schreef Rips dochter in haar handgeschreven herinnering aan haar vader. Mesdag kocht een aantal schilderijen voor zijn collectie. Daarmee was hij in goed gezelschap want ook koningin Willhelmina en koningin-regentes Emma bezaten werken van Willem Rip.
Hoewel het kleine archief slechts enkele samengeraapte fragmenten uit de carrière van Willem Rip bevat, is het zeker een mooie aanwinst. In de collectie van het RKD bevinden zich al enkele brieven van Willem Rip in zijn functie als lid van de tentoonstellingscommissie van de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri Studio. Het geheel geeft een aardig beeld van de succesvolle Haagse School epigoon.