Archief Willy Boers
In oktober ontving het RKD een verrassend legaat van Onno Boers (1936-2021), bestaande uit honderden kunstenaarsbrieven uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. De brieven zijn geschreven door meer dan 100 verschillende kunstenaars, waaronder Marc Chagall, Piet Mondriaan en Kees van Dongen. Het merendeel bleek gericht aan Leopold van Oijen, die in 1931 een tegenwoordig vrijwel vergeten kunstkring oprichtte in Parijs, waarin ‘alle kampioenen der levende kunst’ zitting hadden.
Kunstenaarsbrieven
Recent ontving het RKD een schenking van zes ordners met circa 300 brieven, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw werden samengesteld door de vader van Onno Boers, kunstenaar Willy Boers (1905-1978). Het legaat van Onno Boers is een aanvulling op het archief van Willy Boers dat al bij het RKD berust. Hoewel er deels sprake is van een willekeurige verzameling, blijkt een groot deel van de brieven gericht aan één persoon. Dit was de in Parijs werkzame Nederlandse uitgever Leopold van Oijen, die correspondeerde met kunstenaars als Georges Braque, Fernand Léger, Georges Vantongerloo en Piet Mondriaan. Van Oijen schonk de brieven eind jaren zeventig aan Willy Boers, die vanuit zijn interesse in grafologie een verzameling kunstenaarsbrieven aanlegde. Boers wilde daarmee onderzoek doen naar de ‘neerslag van persoonlijkheid in handschrift en (kunst)werk’. Naast de schenking van ongeveer 250 brieven door Van Oijen, verzamelde Boers om die reden nog tientallen losse kunstenaarsbrieven.
Leopold van Oijen
Leopold Willem Herman van Oijen werd op 15 september 1894 geboren in Den Haag. Hij maakte carrière in het leger, waar hij opklom tot de rang van luitenant-kolonel der artillerie. Op dertigjarige leeftijd verliet hij zijn vaderland en vertrok naar Parijs. Daar raakte hij betrokken bij Galerie Bonaparte, die werd geleid door de Nederlander Léopold Emmanuel van Leer en was gevestigd op 12 rue Bonaparte. Van Oijen werd verantwoordelijk voor de door de galerie uitgegeven Éditions Bonaparte. Daarnaast was hij als uitgever en oprichter betrokken bij andere Parijse periodieken en verenigingen. Zo was hij onder meer directeur van de in 1927 opgerichte L’informations féminine, onder hoofdredacteurschap van de bekende Franse feministe Marcelle Kraemer-Bach.
Cercle Artistique de Paris
In 1930 besloot Van Oijen tot het stichten van een vereniging van moderne kunstenaars en architecten. Daarvoor sprak hij de contacten aan die hij had opgedaan bij Galerie Bonaparte. De vele vooraanstaande kunstenaars met wie Van Oijen in contact stond, konden zelf ook andere kunstenaars aandragen. Dit wordt duidelijk uit een tot op heden onbekende brief van André Lurçat, Fernand Léger en Piet Mondriaan, waarin de ondertekenaars een lijst met twintig architecten opnamen die zij voordroegen als lid. Van Oijens ijver resulteerde in november 1931 in de oprichting van de Cercle Artistique de Paris. In deze kring werden de beste vertegenwoordigers van schilderkunst, sculptuur, architectuur, theater, film, muziek, letterkunde en kritiek verenigd. Het doel was tweeledig: aan de ene kant moest de kring de onderlinge betrekkingen tussen de verschillende disciplines verbeteren, aan de andere kant moest het directe contact van kunstenaars met het publiek hersteld worden, dat volgens de vereniging vertroebeld was geraakt door de bemoeienissen van de kunsthandel. In de optiek van Van Oijen kon het publiek bereikt worden door het houden van verkooptentoonstelling in het ‘ruime verenigingsgebouw’ nabij de Place de l’Étoile (tegenwoordig: Place Charles de Gaulle). Of de Cercle daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van het verenigingsgebouw in de buurt van de Place de l'Étoile, is twijfelachtig. In 1932 was het adres van de kunstkring nog hetzelfde als dat van Galerie Bonaparte.